Houtblazers

De fluiten, de hobo’s, de klarinetten en de fagotten vormen samen de groep houtblazers van het orkest. Soms speelt er ook een saxofonist mee, die schuift dan ook bij de houtblazers aan. Dat lijkt vreemd, want een saxofoon is helemaal niet van hout – en de meeste fluiten trouwens ook niet. Maar omdat fluiten oorspronkelijk wel van hout waren, en saxofoons verwant zijn aan de klarinet (ze hebben bijna hetzelfde mondstuk) worden ze allemaal gerekend tot dezelfde familie.

Houten blaasinstrumenten worden van oudsher geassocieerd met het platteland: lieflijk, mild, recht uit het hart zoals de muziek van herdersfluiten en schalmeien. Franse barokcomponisten waren de eersten om de houten blaasinstrumenten een prominente plek in het orkest te geven; sinds Beethoven en zijn tijdgenoten (dus pakweg vanaf 1800) zijn ze niet meer weg te denken en hebben ze hun plek in het midden van het orkest.