Ga direct naar: Hoofdinhoud
Altviolen

Altviolen

De altviolen vormen het hart van de strijkersgroep. En volgens sommigen zijn ze ook het meest oorspronkelijke strijkinstrument. In het Italiaans heet de altviool viola. De viool wordt violino genoemd: ‘kleine viola’. Een oud woord voor contrabas is violone: ‘grote viola’. En de violoncello is dan een net wat minder grote violone – dus een ‘kleine grote viola’. Als je het zo bekijkt is de viola, onze altviool, het model waar alle andere instrumenten in de strijksectie van zijn afgeleid.

Toch zijn altviolisten meestal heel bescheiden. Ze spelen niet de boventoon. Ze zijn niet het klinkend fundament. In plaats daarvan zijn ze – zonder dat het opvalt – de verbindende factor. Altviolisten voegen warmte toe aan de strijkersklank en zorgen ervoor dat alles zo mooi mogelijk mengt tot één schitterend geheel. Af en toe, zoals in de Vierde symfonie van Bruckner, krijgen ze een grote solo. Dat is altijd een moment om even extra op te letten: als de altviool de melodie heeft, gebeurt er altijd iets bijzonders.