1e violen
Violen hebben een enorm stembereik: ze kunnen best laag spelen, maar ook heel hoog. En dat laatste is waarin de eerste violen uitblinken. Het zijn de leeuweriken van het orkest: op de hoogten waarnaar zij opstijgen kom je hooguit af en toe nog een eenzame piccolo tegen. Heel vaak spelen de eerste violen ook de belangrijkste melodie van een muziekstuk. Niet omdat eerste violisten beter zijn dan hun collega’s, maar omdat een melodie meestal het best tot haar recht komt wanneer de andere stemmen lager klinken – zo zit ons gehoor nou eenmaal in elkaar.
Waarom klinkt de Eerste-vioolgroep van het Rotterdams Philharmonisch Orkest zo mooi? Natuurlijk komt dat doordat er heel goede musici in spelen, maar dat geldt voor de andere secties net zo goed. Behalve met het talent van de musici heeft het ook te maken met de kwaliteit van de instrumenten. Zo speelt een van onze concertmeesters op een Stradivarius (de Rolls-Royce onder de violen); andere violen in de groep zijn gebouwd door topbouwers als Camillo Camilli, Ferdinand Gagliano en Jean Baptiste Vuillaume. Ze zijn ons ter beschikking gesteld door de Erasmus Stichting, het Nationaal Muziekinstrumenten Fonds, de Vriendenvereniging van het orkest en particuliere weldoeners.