Ga direct naar: Hoofdinhoud
Ga direct naar: Hoofdnavigatie

Maurice Ravel: wie was hij?

In de muziek van Maurice Ravel gaat sentiment hand in hand met afstandelijkheid. Die twee eigenschappen worden vaak aan zijn ouders toegeschreven.

Maurice Ravel concert op piano

In de muziek van Maurice Ravel gaat sentiment hand in hand met afstandelijkheid. Die twee eigenschappen worden vaak aan zijn ouders toegeschreven. Het sentiment moest Ravel wel van zijn moeder hebben geërfd, een Baskische vrouw van eenvoudige komaf. En de afstandelijkheid kwam dan van zijn vader, een uitvinder bij wie Zwitsers klokkenmakersbloed door de aderen stroomde. Zou het kloppen? 

Ingenieus simpel op piano

Zelf kreeg Ravel geen kinderen om eigenschappen aan door te geven, maar hij schreef wel muziek voor ze. Bijvoorbeeld in 1908, toen hij als leuke oom bij een bevriend gezin logeerde. Beetje kibbelen met de strenge gouvernante, het speelgoed uitproberen en verhaaltjes vertellen met de kleine Mimie en de kleine Jean op schoot, zo ongeveer. Voor deze kindertjes componeerde hij Ma mère l'oye (Moeder de Gans), een serie van vijf muzikale sprookjes om samen op één piano te spelen. Mimie en Jean waren maar half blij met de geste, want ze begrepen dat ze nu ook flink zouden moeten oefenen. Desgevraagd verklaart een bevriende amateurpianiste dat de muziek er bedrieglijk gemakkelijk uitziet. Vermoedelijk is dat omdat Ravel het technisch redelijk overzichtelijk houdt – geen grote akkoorden, moeilijke ritmes of enorme sprongen – maar ondertussen wel afdwaalt van de gevestigde paden. Zelf zei hij daarover dat hij de muziek op een ingenieuze wijze simpel had gehouden. 

Pietje precies en kritiek

Ravel heeft een grote reputatie als orkestrator. Zijn goede smaak en handigheid in het vinden van originele en toch geschikte instrumenten voor composities is onovertroffen. En hij had er duidelijk aardigheid in. Ravel orkestreerde allerlei pianostukken van hemzelf en andere componisten, tot onverdeeld genoegen van de muziekliefhebber. Steevast staan de orkestversies van zijn eigen Pavane pour une infante défunte en Moessorgski's Schilderijententoonstelling hoog in de lijsten met favoriete klassieke muziek.   

Maar over zijn eigen composities wordt wel eens een beetje gemopperd. Ravel deed dat zelf ook. Hij was een Pietje precies die net zo lang aan een stuk bleef schaven en vijlen tot het volmaakt was. Een onmogelijke taak, zoals hij zelf min of meer erkende toen hij de Pavane pour une Infante défunte een onvolkomen en weinig avontuurlijk werkje noemde met een vrij zwakke vorm. En ook verklaarde hij vrolijk aan de pers dat zijn Pianoconcert in G pretentieloos was, slechts bedoeld ter verpozing van de luisteraar. Zulke dingen kun je als componist wel denken, maar het is beter om ze voor je te houden. Critici hebben deze bezwaren tot in den treure herhaald en we zullen nooit weten of ze deze mening ook zouden hebben gehad als Ravel het niet eerst zelf had gezegd. 

Dit maakt Ravel zo bijzonder

Toevallig is het Pianoconcert een van de prachtigste stukken uit de twintigste eeuw. Het zit eenvoudig in elkaar. Het eerste deel is woest en jazzy, het derde deel doet daar nog een schepje bovenop en het middendeel is teruggetrokken en verstild. Snel, langzaam, sneller dus – het is een oud recept. Dat middendeel is van een ongeëvenaarde schoonheid. Het orkest zwijgt terwijl de pianist een mijmerende melodie speelt met een luie boem, tsjiek, tsjiek begeleiding. Linkerhand en rechterhand spelen eigenlijk een andere maatsoort, maar dat merk je nauwelijks. Zachtjes wrijven melodie en begeleiding tegen elkaar als een gearmd ouder echtpaar dat al jaren elkaars wandelritme niet meer overneemt. De akkoorden worden in deze passage niet dissonanter, de melodie wordt nauwelijks hoger, lager, sneller of luider. Je zou haast zeggen dat er niets gebeurt. Dit houdt Ravel drie hele minuten vol tot ergens in de verte een fluit wakker wordt, gevolgd door een hobo en een klarinet. Die inzet van de fluit vergeet een mens nooit meer. Het is de allermooiste inzet in het allermooiste deel van dit pianoconcert. En verder komt bijna alles langs wat Ravels muziek zo bijzonder maat: net niet ondraaglijke herhaling, gedistingeerde passie, origineel gebruik van oude waarden, uitgekiende orkestratie, en een stijlvolle flirt met het alledaagse. 

Maurice Ravel portret voor biografie

De unieke mengeling van Ravel

Ravel waakte ervoor dat de uitvoeringen van zijn composities doorsloegen naar overgevoelig of koel. Zo wilde hij niet dat de gevoelige momenten in de Pavane uitgesponnen werden. Liever had hij een schijnbaar strak tempo, anders werd de muziek sentimenteel. En het tempo van de Boléro mocht niet versnellen, ook al vonden beroemde dirigenten dat de apotheose dan nog overweldigender zou zijn. Aan de andere kant moet de vaderlijke muziek met moederlijke warmte beademd worden. De musici moeten sfeer rondom de noten creëren, om maar een uitspraak van Ravel te parafraseren. Want als een orkest precies speelt wat hij zo precies heeft genoteerd klinkt er geen muziek. 

De muziek van Maurice Ravel is een unieke mengeling van hartstocht en precisie. Hij bracht leven in statieportretten en pure verstilling in de vochtige blik van een zigeunerjongetje. Dat kan alleen een meesterschilder. 

Klantenservice
Blijf op de hoogte

Meld u aan voor onze nieuwsbrief en ontvang achtergrondinformatie, concerttips en algemeen nieuws.

Nieuwsbrief