Music for Breakfast: aan tafel met Tobias Furholt en Yanyi Zeng
![](https://d3jmo1dqocinsb.cloudfront.net/styles/100w/s3/2025-02/Academy-Tobias%20Yanyi.jpg?itok=nD6ctGwS)
Wie de jeugd heeft, heeft de toekomst. Daarom geeft ons orkest jonge talentvolle musici kansen om ervaring op te doen. Zo spelen academisten Tobias Furholt en Yanyi Zeng op 2 maart mee met Music for Breakfast, een uur ontspannen kamermuziek met musici van het orkest, op de zondagmorgen. Locatie: Trattoria Sophia.
Daar komen ze aan, wat lacherig en relaxed, na een dag vol repetities: Tobias Furholt uit Stavanger (Noorwegen), slagwerker, en Yanyi Zeng uit Zhenhai (China, niet ver van Hong Kong), die tuba speelt. Het zijn vrolijke gasten. Beiden spreken goed Engels, Nederlands zit er nog niet in. ‘Ik ben hier pas sinds september,’ verklaart Tobias, ‘we hebben drukke dagen. En iedereen spreekt zo goed Engels hier.’
Gevraagd naar zijn leeftijd moet hij even nadenken. ‘Eh, 22 nee 23. Of... 23. Hiervoor heb ik vier jaar in Duitsland gestudeerd. Ik ben dus al vierenhalf jaar weg uit Noorwegen. Geen heimwee, ik zat er al jaren naar uit te kijken om weg te gaan zodra ik achttien was. Mooi land, welvarend ook, maar ze hebben daar niet echt veel met klassieke muziek. Ik had me intensief voorbereid en Duits geleerd. In Stuttgart had ik het naar m’n zin, maar de kans die ik op de Rotterdamse Academy kreeg kon ik niet laten lopen.’
Het verschil in cultuur en sfeer tussen Nederland en Duitsland verraste Tobias. ‘In Duitsland is in het algemeen meer agressie, lijkt het wel. Hier zijn de mensen in principe heel vriendelijk, zelfs gewoon op straat.’ Yanyi, die anderhalf jaar in Rotterdam woont, stemt in met dat laatste. ‘Dat zal je in China niet gauw meemaken, dat mensen iemand groeten zonder die persoon te kennen. Mensen zijn hier heel open, en direct. Aanpassingsproblemen? Niet gehad. Ik was niet alleen, een Chinese vriend van mij woont ook hier.’
In Noorwegen hebben ze niet veel met klassieke muziek
![](https://d3jmo1dqocinsb.cloudfront.net/styles/100w/s3/2025-02/tobias.png?itok=ImwMt7kA)
Italiaanse sferen
Hun opleiding in Rotterdam beschrijven de twee als ‘een soort stage’, ondergebracht in zeventien wekelijkse programma’s. In wisselende samenstellingen maken ze kamermuziek met andere academisten, maar ook met ervaren musici van het orkest. Ze verheugen zich op hun deelname aan Music for Breakfast op 2 maart in Trattoria Sophia in Rotterdam, waar onder meer muziek van Monteverdi wordt gespeeld (Toccata uit de opera L’Orfeo), en van Bellini en Verdi maar ook uit de West Side Story. Tobias: ‘En een medley van Morricone, Italiaanse sferen dus. Het repertoire spreekt me aan, vooral de West Side Story.’
‘Het is muziek die mij aantrekt,’ formuleert ook Yanyi voorzichtig, ‘en het is daarbij een mooie kans.’ Hij en Tobias denken erover aan het eind van het seizoen auditie te doen voor een plek in het grote orkest. Yanyi: ‘Ik zou graag hier blijven, om alles, vanwege de atmosfeer ook. Een aanstelling in het orkest krijgen is heel moeilijk, de concurrentie is groot. Maar het is wel mijn ambitie, en ook die van Tobias toch?’ – hij knikt. ‘Er zijn kansen want er gaan musici met pensioen; dan komen er plaatsen vrij.’
In China komen er nog steeds orkesten bij
![](https://d3jmo1dqocinsb.cloudfront.net/styles/100w/s3/2025-02/yanyi.png?itok=uRq2gXAi)
Er is meer dan klassiek
Aan Yanyi’s accent is te horen waar hij vandaan komt, maar hij kan zich best verstaanbaar maken. Een Europese taal is natuurlijk moeilijk voor iemand die opgroeide in China. ‘Zelf vind ik mijn Engels niet best, eerlijk gezegd. Ik denk nog steeds in mijn eigen taal en dat moet anders worden. Ik doe er alles aan, online lessen en zo, temeer omdat het voor mijn ontwikkeling beter is hier te blijven. Aan de andere kant, de Chinese overheid doet veel voor de klassieke muziek. Er komen nog steeds orkesten bij, terwijl elders in de wereld daarvoor in het algemeen juist steeds minder geld beschikbaar is. Dus het is best mogelijk dat ik te zijner tijd alsnog terugga. En dat is dan helemaal okay.’
Voor beide jonge musici is er meer dan klassieke muziek. Hun oriëntatie is breder, wat vaker het geval lijkt bij de nieuwe generaties klassieke musici. Tobias: ‘In het orkest pas je je aan en ben je deel van een groep, een traditie. Maar in mijn vrije tijd speel ik met anderen ook bijvoorbeeld salsa en jazz en luister ik naar metal en populaire genres. In mijn ogen zijn er maar twee soorten muziek: goede en slechte. Waarom ik de klassieke kant ben opgegaan?’ Lachend: ‘Waarschijnlijk omdat ik alleen daar echt goed in ben. Andere muziek beoefen ik niet op professioneel niveau.’ Yanyi doet ook wat aan jazz, vertelt hij. ‘Ik vind dat interessant, maar erg moeilijk. Ik luister graag naar alle soorten moderne muziek, maar klassiek is nu eenmaal waar ik goed in ben, en wat ik het beste begrijp.’
Vissoep
Yanyi heeft goed contact met zijn mede-academisten. Zo maakte hij al eens een Chinese maaltijd klaar voor Tobias. ‘Dat smaakte goed, en ik ga zeker iets voor Yanyi maken ook: Noorse vissoep, dat is een specialiteit. Veel soorten vis erin, groenten en room. Geweldig. Jullie hebben hier veel vis, de traditie met rauwe haring en zo, maar geen vissoep. Dat is een gemis.’ Hij zegt het hoofdschuddend.
Tekst: Egbert Jan Riethof Foto: Sanne Bakkes
Dit artikel verscheen eerder in Intrada, februari-maart 2025 nr. 1.