Het Nieuwjaarsconcert: typisch Weens?
Het Nieuwjaarsconcert is een typisch Weense traditie, die begon bij de Wiener Philharmoniker. Manfred Honeck groeide op in die traditie: hij studeerde viool en altviool in Wenen en werd altviolist bij de Wiener Philharmoniker. In 2025 komt hij bij ons het Nieuwjaarsconcert dirigeren.
Heeft u jeugdherinneringen aan het Nieuwjaarsconcert?
‘Jazeker, als kind keek ik er altijd naar op de televisie. En toen ik dertien of veertien jaar oud was, kreeg ik de kans om het Nieuwjaarsconcert in de Musikverein mee te maken. Ik kom uit een groot gezin met negen kinderen en we hadden niet veel geld, dus ik had een staplaats achterin. Ik was maar een kleine jongen en stond tussen allemaal lange mensen, dus ik kon weinig zien. Een suppoost had dat door en haalde me uit de menigte, hij bracht me helemaal naar voren. Daar kon ik alles zien. Dat was een geweldige ervaring.’
U bent echt opgegroeid met de Weense muziek. Is dat nodig om die goed te kunnen uitvoeren?
‘In mijn jeugd speelde ik al oude Oostenrijkse dansmuziek in Weense stijl, op de zither – een echt Alpeninstrument – die mijn vader me gaf. Ik speelde er walsen en Ländlers op. Maar bij de Wiener Philharmoniker in het orkest heb ik pas echt geleerd hoe je de muziek van Strauss moet spelen. Dat is essentieel. Als je Strauss’ muziek speelt zoals die is opgeschreven, klinkt het heel mathematisch en hoekig. Je moet daarom juist heel flexibel zijn, op een goede manier rubato spelen, vertragen en versnellen. Als je te weinig rubato speelt wordt het vreselijk. En als je te veel rubato speelt ook. Wat te veel is en wat te weinig, dat is een kwestie van smaak. Smaak is essentieel. De vader van Wolfgang Amadeus Mozart schreef dat al in zijn vioolmethode. Hij vertelt daarin hoe je bepaalde versieringen moet spelen. “Maar wat je uiteindelijk ook doet,” schrijft hij, “doe het met smaak.” En die smaak ontwikkel je alleen als je in een traditie opgroeit. Dat hoeft niet van jongs af aan te zijn, maar het helpt wel.’
Kan een Rotterdams orkest dan wel echt Weens spelen? Wordt het geen Strauss met een Rotterdamse tongval?
‘Ik ben ervan overtuigd dat het orkest de Weense schwung snel te pakken krijgt. Ik heb het orkest al vaker geleid, vorig jaar nog in Beethovens Vijfde symfonie. De musici van het Rotterdams Philharmonisch Orkest hebben een uitstekend gevoel voor de nuances van de muziek. Ze zijn erg stijlbewust en het orkest heeft een enorm rijk kleurenpalet. Dat past helemaal bij de muziek van Strauss. De Weense sfeer ligt hun ongetwijfeld goed.’
Uiteraard is er in dit Nieuwjaarsconcert veel aandacht voor de muziek van Johann Strauss jr., in 2025 vieren we immers zijn tweehonderdste geboortejaar. Hoe heeft u het programma daaromheen samengesteld?
‘Het concert begint met de omgeving van Strauss, ook om te laten zien welke invloed hij had op andere componisten. Zo zou er zonder Strauss geen Lehár zijn. Maar Lehár was ook schatplichtig aan Strauss sr., aan Haydn, Mozart en vooral Schubert – de eerste Weense componist die ook echt in die stad werd geboren. Die hele traditie hoor je terug in Lehárs geweldige Gold und Silber.
Ziehrer was een collega en ook wel een beetje een concurrent van Strauss. Ik heb zijn Weaner Mad’ln op het programma gezet omdat Ziehrer zo ondergewaardeerd wordt. Dat hij buiten Wenen zo onbekend is, vind ik echt jammer. Ik heb ook Hongaarse elementen gekozen. Er was natuurlijk een sterke verbinding tussen Wenen en Hongarije. Daarom heb ik niet alleen Strauss’ Éljen a Magyar! (Lang leve de Hongaren), maar ook Brahms’ Hongaarse dans nr. 1 gekozen. Brahms kon sowieso niet ontbreken, hij was een tijdgenoot van Strauss jr. en een groot bewonderaar.’
Johann Strauss jr. en zijn orkest waren The Beatles van de late negentiende eeuw’
Wat is de magie van de muziek van Strauss? ‘Johann Strauss jr. en zijn orkest waren The Beatles van de late negentiende eeuw. Strauss wist de mooiste melodieën te vervlechten met dans. En hij had een ongelooflijke smaak en gevoel voor atmosfeer. Zo kon hij prachtig de natuur uitbeelden in zijn muziek. In Unter Donner und Blitz bijvoorbeeld, een van de bekendste polka’s, klinkt een levensechte storm met bliksem en donder. Tegelijkertijd is het een dans. Dat spel van serieus en luchtig, is typisch voor Strauss. Vreugde en melancholie liggen in Wenen sowieso heel dicht bij elkaar. Het zit ook in de taal: in Wenen wordt het Duits veel vloeiender en een beetje slepender gesproken dan in Duitsland, waar het wat meer staccato klinkt. Dat hoor je ook terug in de muziek van dit Nieuwjaarsconcert. Het is moeilijk je vinger erachter te krijgen, maar wat voor mij de magie is van de muziek van Johann Strauss jr. is toch bovenal zijn enorme gave om een sfeer te vangen en die te verbinden aan geweldige melodieën en motieven. Daarom zal de muziek van Johann Strauss jr. altijd gespeeld blijven worden, dat geloof ik stellig.
Tekst: Alexander Klapwijk Foto: Todd Rosenberg
Dit artikel verscheen eerder in Intrada, jaargang 2024-25 nr. 4.