Ga direct naar: Hoofdinhoud
Ga direct naar: Hoofdnavigatie

Interview Lahav Shani

20 september 2023

In mei 2023 was het tweeëntachtig jaar geleden dat onze stad door bommen werd verwoest. We stonden daarbij stil in een concert onder leiding Lahav Shani. In aanloop daarnaartoe vertelde hij over het verhaal achter de muziek en over het belang van blijven herdenken.

Werelden samenbrengen

Volgende maand is het tweeëntachtig jaar geleden dat onze stad door bommen werd verwoest. We staan daarbij stil in een concert onder leiding Lahav Shani. In aanloop daarnaartoe vertelt hij over het verhaal achter de muziek en over het belang van blijven herdenken.

Bij de muziekkeuze voor het Herdenkingsconcert heeft Lahav Shani zich duidelijk niet laten leiden door de klassieke hitlijsten. Mahler, Roustom, Ben-Haim: het grote publiek zal uit dat rijtje alleen de eerste naam kennen. ‘En van hem spelen we dan ook nog het Adagio uit de Tiende symfonie – niet direct zijn meest gespeelde werk,’ lacht onze chef-dirigent verontschuldigend. Maar deze Mahler mag dan minder bekend zijn, het is wel muziek die hem na aan hart ligt. En dat geldt misschien zelfs nog meer voor de andere twee stukken op het programma: de Eerste symfonie van Paul Ben-Haim en het Eerste vioolconcert van de Syrische componist Kareem Roustom. Bij dat laatste werk stond Lahav zelfs aan de wieg. Met Michael – Mischa voor vrienden – Barenboim als solist verzorgde hij de wereldpremière van de oorspronkelijke ensemble-versie. ‘Omdat we dat stuk zo geweldig vonden, vroegen we Kareem om ook een versie te maken voor groot orkest. Dat heeft hij gedaan en die versie gaan we nu spelen.’

En, wat krijgen we dan te horen?

‘Muziek die direct aanspreekt, zonder gemakzuchtig te worden. Ritmisch heel sterk, vooral in het laatste deel: dat heeft een echte groove. Het langzame deel is prachtig, heel kleurrijk en subtiel, op een manier die een beetje aan Bartók doet denken. Maar het hele stuk, en dat hoor je vooral in het eerste deel, is gebaseerd op één melodielijn uit een pianoconcert van Mozart. Kareem Roustom vertelde me dat hij op dat idee kwam toen hij een repetitie bezocht van het West-Eastern Divan Orchestra. Daniel Barenboim dirigeerde, hij werkte met de violen aan deze passage, zonder de rest van het orkest erbij. Opeens realiseerde Kareem zich – en alle Arabische en Israëlische musici in het orkest met hem – hoe vertrouwd Arabisch dat fragment van Mozart klonk. Dus hij baseerde zijn vioolconcert, en vooral het eerste deel, op dat gegeven. Veel van Mozart is er niet in te herkennen, maar het is wel waar het idee vandaan kwam.

‘Ik moet je nog iets vertellen. Ik herinner me dat ik met Mischa de solocadens van het concert aan het repeteren was. Roustom was erbij, op een zeker moment in de muziek zei ik tegen hem: Weet je, dit klinkt echt precies als Joodse muziek. En hij antwoordde: Nee nee, dit is Arabische muziek! We werden het niet eens – Het is Joods ... Nee, het is Arabisch! – om uiteindelijk te moeten toegeven dat de onderlinge verschillen blijkbaar helemaal niet zo groot zijn. Eigenlijk zijn er juist heel veel overeenkomsten, ook onze talen hebben dezelfde oorsprong. Het is heel interessant om dat soort verborgen verbindingen te zien. Maar Joden en Arabieren stellen zich tegenwoordig op als elkaars tegenpolen, helaas. Terwijl dat helemaal niet altijd zo is geweest: ze hebben ook eeuwenlang heel vreedzaam samengeleefd.

Muziek die twee ogenschijnlijk heel verschillende werelden samenbrengt...

‘… en dat brengt me bij Ben-Haim en zijn Eerste symfonie. Het was een van de allereerste grote orkestwerken die in Israël – toen nog Palestina, Israël bestond in die tijd nog niet – werden geschreven. De componist was een joodse Duitser, zijn oorspronkelijke naam was Paul Frankenburger. Vanwege de opkomst van het nazisme was hij in de jaren dertig naar Palestina geëmigreerd, om daar zijn nieuwe achternaam aan te nemen. In 1936 was hij bij het eerste concert van het net opgerichte Israel Philharmonic Orchestra, Toscanini dirigeerde. Hij was zo onder de indruk, dat hij besloot zijn eerste symfonie te schrijven voor het nieuwe orkest.

‘Dat werk ontstond in 1939 en 1940. De oorlog woedde al, niet veel later zou Tel Aviv worden gebombardeerd door de Italiaanse luchtmacht. Die beklemmende sfeer had zijn weerslag op de muziek, vooral op het begin van het eerste deel, dat heel intens en dramatisch van karakter is. Het tweede deel is in essentie een gebed. Ben-Haim noemde het Psalm, en stond toe dat het los van de rest van de symfonie zou worden gespeeld – wat ook veel gebeurd is. En het laatste deel is een snelle Israëlische dans, een Hora of Debka.

‘Net als zijn tijdgenoten Bartók en Stravinsky probeerde Ben-Haim de muziektraditie waarmee hij was opgegroeid te verbinden met volksmuziek. Je herkent heel duidelijk zijn Midden-Europese wortels: de harmonie, de orkestratie, de klankwereld is verwant aan Mahler, aan Bloch. Maar zijn melodische en thematische inspiratie haalde hij uit de streek waar hij zijn nieuwe bestaan opbouwde, uit muziek die hij eerder nog niet kende: Jemenitische, Perzische, Arabische liederen. En dat levert een prachtige combinatie op: de oude Europese traditie, en de nog oudere traditie van de volksmuziek. Ik houd zielsveel van deze symfonie en ben de koning te rijk dat ik haar nu hier kan uitvoeren.’

De muziek is bij ons zo goed als onbekend.

‘Zelfs in Israël is de symfonie tientallen jaren onuitgevoerd gebleven – afgezien van het tweede deel, dat juist heel vaak werd gespeeld. Die psalm kende de Israel Philharmonic van buiten toen ik de symfonie weer op de lessenaars legde, maar de andere delen waren helemaal nieuw voor de musici. Ben-Haim geldt tot de dag van vandaag als de belangrijkste componist van Israël, het boegbeeld van de klassieke muziek, maar om de een of andere reden was dit werk in de vergetelheid geraakt. Toen we het na al die tijd weer

speelden, zei iedereen in het orkest: wat een fantastische muziek, hoe kan het dat we die zo lang in de kast hebben laten liggen? Het is een regelrechte herontdekking.’

Roustom, Ben-Haim en zeker ook Mahler waren meesters in het verbinden van muzikale werelden. Gaat dit Herdenkingsconcert over het overbruggen van kloven tussen culturen?

‘Absoluut. Het klinkt misschien volkomen afgezaagd, maar in deze tijd is het hard nodig dat mensen weer nader tot elkaar komen. En muziek is een prachtige manier om dat te laten gebeuren. Roustom en Ben-Haim, afkomstig uit twee ogenschijnlijk compleet verschillende leef- en denkwerelden, behoren uiteindelijk tot hetzelfde geografische gebied. Ze deelden veel inspiratiebronnen. Het is belangrijk dat we ons in deze tijd realiseren hoeveel we gemeen hebben.

‘En wat overeenkomsten betreft: de symfonie van Ben-Haim slaat ook een brug tussen Tel Aviv en Rotterdam, want ze werd geschreven in een tijd waarin beide steden werden aangevallen. Het gevoel van catastrofe in het eerste deel zal ook voor het publiek hier herkenbaar zijn. Het middendeel, de psalm, geeft daaraan een extra dimensie. Het bezorgt me rillingen als ik eraan denk dat het een gebed is vlak voor het begin van de holocaust: “Ik sla mijn ogen op naar de bergen, van waar komt mijn hulp?” De melodie ervan is een oud Perzisch lied. Gebed en lied, dat lijken misschien heel verschillende werelden, maar in de Joodse traditie lopen ze in elkaar over. We zingen onze gebeden. Dit gebed gaat over kwetsbaarheid, maar ook over waakzaamheid: “Hij sluimert niet, hij slaapt niet… De Heer behoedt je voor alle kwaad.” Nou ja, we weten hoe het gelopen is. En dat mogen we niet vergeten.’

Het is mooi als herdenken leidt tot verbondenheid tussen de getroffenen. Maar is ook de kloof tussen daders en slachtoffers te overbruggen?

‘Weet je, ik woon al twaalf jaar in Berlijn: hoeveel meer verzoening wil je hebben? Het is waar, voor de generatie van mijn grootouders zou zoiets als verhuizen naar Duitsland ondenkbaar zijn geweest. Toch is mijn oma – ze leeft nog steeds, ze is mijn beste vriendin – een paar jaar geleden naar Berlijn gekomen om een concert van me bij te wonen. Ze is een overlevende, natuurlijk zal ze nooit vergeten wat haar en haar familie overkwam. Maar ze kon zich er wel toe zetten om de reis te maken, en er zelfs weer een beetje Duits te spreken: de taal waarmee ze ooit was opgegroeid, maar die ze nooit meer had durven gebruiken. Dat was niet makkelijk voor haar, maar ze deed het wel – ik was heel trots op haar. En als zij zo’n stap kan zetten, dan zullen de jongere generaties het zeker kunnen.’

Je bent hoopvol.

‘Jazeker. Er komen nieuwe mensen, nieuwe ideeën, nieuwe idealen – al zien we op dit moment ook heel veel politieke problemen opspelen. De spanning in de wereld loopt weer hoog op, dat vind ik verontrustend. We moeten alert blijven. Het is zaak om ons te blijven herinneren wat er is gebeurd en tegelijkertijd na te denken over wat zich vandaag afspeelt en wat morgen ons kan brengen. Verleden, heden en toekomst in samenhang zien: het is niet makkelijk, maar het is cruciaal. We kunnen niet in vroeger blijven hangen, we moeten samen verder. Maar met het verstrijken van de tijd mag de geschiedenis niet iets abstracts worden, iets irreëels dat ver achter ons ligt. Integendeel, het ligt om de hoek. En dat is precies waarom herdenken zo belangrijk is: om vooruit te kunnen kijken met besef van waar we vandaan komen.’

Dit artikel verscheen eerder in Intrada, jaargang 2021-22 nr. 4.

Klantenservice
Blijf op de hoogte

Meld u aan voor onze nieuwsbrief en ontvang achtergrondinformatie, concerttips en algemeen nieuws.

Nieuwsbrief