Edo de Waart neemt afscheid van het podium

Edo de Waart was nog maar een twintiger toen hij de leiding kreeg over het Rotterdams Philharmonisch. ‘Ik was hartstikke groen,’ herinnerde hij zich later, ‘maar ik explodeerde van enthousiasme. Al die ervaring in Rotterdam was goud voor mij.’ Jong als hij was liet De Waart al snel zijn invloed gelden. In zijn Rotterdamse periode begeleidde hij ons orkest naar een positie bij de wereldtop. Onder zijn leiding verjongde het Rotterdams Philharmonisch zienderogen, en met de komst van een nieuwe generatie musici werd het ook ambitieuzer, gretiger en professioneler.

Samen met Jean Fournet leidde Edo de Waart in 1970 de eerste Amerika-tournee van het ons orkest, met onder meer een bejubeld optreden in Carnegie Hall – de New York Times roemde de Rotterdamse musici om hun ‘free swinging virtuosity’. In de jaren daarna maakte De Waart met het Rotterdams Philharmonisch een reeks baanbrekende plaatopnames, waaronder in 1976 een integrale registratie van Der Rosenkavalier: de eerste Nederlandse studio-opname van een opera, en volgens het gezaghebbende Gramophone nog steeds een referentie-opname.

Na zijn afscheid van Rotterdam veroverde Edo de Waart als dirigent de hele wereld, maar het contact met zijn eerste orkest werd nooit verbroken. Verschillende malen stond hij nog voor het Rotterdams Philharmonisch. Zo luisterde hij in 2016 met ons orkest het 50-jarig bestaan van De Doelen op; twee jaar later had hij een prominente plek in ons eigen eeuwfeest. In 2021 was hij bij ons terug om Dvořáks Negende symfonie. te dirigeren. Zonder dat dat zo gepland was, werd ‘Uit de Nieuwe Wereld’ zijn afscheid van ons orkest en ons publiek. Nu is voor Edo de Waart de tijd aangebroken om het rustiger aan te doen. Hij kan terugkijken op een loopbaan vol hoogtepunten, waaronder twaalf gouden jaren in Rotterdam.