Ga direct naar: Hoofdinhoud
Arjen Leendertz

Arjen Leendertz

Contrabas

Iemand als Yannick Nézet-Séguin inspireert mij muzikaal ontzettend.

Hoe is contrabas op je pad gekomen?
Ik speelde eerst cello, al vond ik contrabas altijd al interessant. Mijn ouders zeiden: begin dan met cello want die is handzamer, dan kun je later overstappen op contrabas. Op mijn achttiende ben ik uiteindelijk overgestapt op contrabas en daar heb ik tot op de dag van vandaag geen spijt van.

Is er een moment geweest dat je bewust voor een carrière als musicus hebt gekozen?
Nee, er is geen specifiek moment geweest. Dat is gewoon zo ontstaan. Ik heb nooit overwogen om iets anders te gaan doen. Het is voor mij juist altijd heel duidelijk geweest dat ik met de muziek verder zou gaan. Ik heb mezelf die vraag nooit gesteld.

Studeer je in de hotelkamer als jullie op tournee zijn?
Dat kan niet. Als contrabassist is het heel ingewikkeld om te studeren tijdens tournees. Omdat de bas zo groot is en in een kist zit, is hij vaak onderweg van zaal naar zaal. Pas op het moment dat je in een concertzaal aankomt, kun je je bas weer even uit de kist halen. Het is geen instrument dat je onder je arm meeneemt de hotelkamer in.

Wie of wat inspireert jou?
Iemand als Yannick Nézet-Séguin inspireert mij muzikaal ontzettend. Als ik naar opnames van hem luister, denk ik dat hij de vader van mijn muzikaliteit is. Ik kwam ook in het orkest op het moment dat hij chef-dirigent was. Dat heeft mijn muzikaliteit gevormd de afgelopen tien jaar. Zeker voor symfonisch repertoire.

Kom je zelf uit een muzikaal nest?
Op een bepaalde manier wel: mijn ouders maakten altijd muziek, maar niet professioneel. Het was heel vrijblijvend. Ik werd niet gepusht om de muziek in te gaan, maar het was wel een heel positief element in het opgroeien.

Wat maakt een concert tot een topconcert?
Het gevoel. En dat je collega's dat gevoel dan ook allemaal blijken te hebben. Het is net alsof er een vliegtuig opstijgt. Dat voel je allemaal. Maar je doet het niet zelf – je doet het met elkaar. Dat is eigenlijk onbeschrijflijk.

Wat is écht kenmerkend voor het Rotterdams Philharmonisch Orkest?
Kenmerkend is dat het orkest er altijd voor gaat en er tijdens het concert altijd een schepje bovenop doet. Mensen die voor het eerst bij ons komen meespelen vinden het allemaal prima totdat ze een concert hebben meegemaakt. Dan denken ze wow, oké, dat is het Rotterdams. Want dan gaat het ineens in de tweede versnelling.